Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je in het Nederlands vragende voornaamwoorden gebruikt zoals wie, wat en welk(e). Deze les behandelt het verschil tussen personen, dingen en keuzes, inclusief het juiste gebruik van welk en welke bij het- en de-woorden. Met praktische voorbeelden en oefeningen verbeter je je verstaan en spreekvaardigheid in alledaagse situaties.
  1. 'Welk(e)' gebruik je voor keuzes tussen twee of meer dingen.
  2. 'Wat' gebruik je voor dieren, dingen of acties.
  3. 'Wie' gebruik je voor één of meerdere personen.
 Voornaamwoord (Voornaamwoord)Voorbeeld (Voorbeeld)
Bijvoeglijk en zelfstandig gebruik (Bijvoeglijk en zelfstandig gebruik)welk(e)Welk e-mailadres heb je gebruikt? (Welk e-mailadres heb je gebruikt?)
wat voor (een)Wat voor pakket is dit? (Wat voor pakket is dit?)
Zelfstandig gebruik (Zelfstandig gebruik)wieWie gaat naar het postkantoor? (Wie gaat naar het postkantoor?)
watWat staat er in de brief? (Wat staat er in de brief?)

 

Uitzonderingen!

  1. Welk gebruik je voor het-woorden.
  2. "Welke" gebruik je voor de-woorden.

Oefening 1: Vragende voornaamwoorden (wie, wat, welk(e))

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

wat, Wie, Wat, Welk, Welke

1.
... is er precies verstuurd in dat bericht?
(Wat is er precies verstuurd in dat bericht?)
2.
Ik weet niet ... ik moet antwoorden op die e-mail.
(Ik weet niet wat ik moet antwoorden op die e-mail.)
3.
... postzegel hoort bij deze brief?
(Welke postzegel hoort bij deze brief?)
4.
... pakket moet ik naar het postkantoor brengen?
(Welk pakket moet ik naar het postkantoor brengen?)
5.
... is de ontvanger van dit pakket?
(Wie is de ontvanger van dit pakket?)
6.
... staat er in die brief van de verzender?
(Wat staat er in die brief van de verzender?)
7.
... heeft deze e-mail gisteren ontvangen?
(Wie heeft deze e-mail gisteren ontvangen?)
8.
... brief moet ik eerst beantwoorden?
(Welke brief moet ik eerst beantwoorden?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin waarin het vragend voornaamwoord correct is gebruikt. Let op of het om personen, dingen of keuzes gaat en volg de regels voor 'wie', 'wat' en 'welk(e)'.

1.
'Welk' is onjuist omdat dit voor keuzes tussen dingen is, niet voor personen.
'Wat' is fout, want we vragen naar een persoon, niet naar een ding of actie.
2.
'Wat' is onjuist omdat het gaat om een keuze tussen zaken, niet om een onbepaald ding of actie.
'Wie' is fout omdat we niet naar een persoon verwijzen.
3.
'Wie' is fout omdat we niet naar personen vragen.
'Welk' is onjuist, want er is geen keuze tussen meerdere dingen in deze context.
4.
'Welk' is fout omdat 'afdeling' een de-woord is, dus gebruik je 'welke'.
'Wat' is fout omdat we hier naar een specifieke keuze (afdeling) vragen, niet naar een ding of een actie.

Inleiding tot vragende voornaamwoorden

In deze les leer je de basis van vragende voornaamwoorden in het Nederlands, waaronder wie, wat en welk(e). Deze woorden gebruik je om vragen te stellen over personen, dingen of keuzes. Ze zijn essentieel om helder te communiceren en informatie te verkrijgen.

Soorten vragende voornaamwoorden

  • Wie: gebruik je wanneer je vraagt naar personen. Bijvoorbeeld: Wie gaat naar de vergadering?
  • Wat: gebruik je voor dieren, dingen of acties. Bijvoorbeeld: Wat staat er in de brief?
  • Welk(e): gebruik je bij keuzes tussen meerdere dingen. Bijvoorbeeld: Welk(e) document wil je lezen?

Bijvoeglijk en zelfstandig gebruik

Welk(e) kan je gebruiken als bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld in de zin: Welk e-mailadres heb je gebruikt?. Wat voor (een) wordt ook gebruikt om naar een soort of type te vragen, zoals Wat voor pakket is dit?

Regels voor het gebruik van 'welk' en 'welke'

Let op het verschil tussen het-woorden en de-woorden. Welk gebruik je voor het-woorden en welke voor de-woorden. Bijvoorbeeld: Welk boek lees je? versus Welke tafel is van jou?

Samenvatting

Met deze vragende voornaamwoorden stel je gericht vragen in alledaagse situaties, wat je helpt beter te begrijpen en te communiceren. De oefening bij deze les helpt je juist gebruik te herkennen en toe te passen.

Culturele en taalkundige verschillen

In vergelijking met het Engels, waar je vaak "who" gebruikt voor personen en "what" voor dingen, onderscheidt het Nederlands met extra nuances zoals welk(e) voor keuzes. Het gebruik hangt ook nauw samen met het grammaticale geslacht van het zelfstandig naamwoord, iets wat in het Engels minder prominent is.

Handige Nederlandse woorden en zinnen: Wie gaat er mee? (Who is coming along?), Wat bedoel je? (What do you mean?), Welk boek kies jij? (Which book do you choose?).

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 08/07/2025 01:08