- Gebruik de onvoltooid verleden tijd om spijt of een onvervulde wens uit te drukken.
- De situatie is denkbeeldig of niet realistisch op dit moment.
- Het gaat vaak gepaard met 'maar.
Situatie (Situatie) | Voorbeelden (Voorbeelden) |
---|---|
Wens (Wens) | Was het al maar zomervakantie. (Was het al maar zomervakantie.) Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen. (Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen. ) At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker. (At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker.) |
Spijt (Spijt) | Hadden we maar gewacht. (Hadden we maar gewacht.) Had ik maar meer gespaard. (Had ik maar meer gespaard.) Had ik maar beter geluisterd. (Had ik maar beter geluisterd.) |
Oefening 1: Wensen uitdrukken met de onvoltooid verleden tijd
Instructie: Vul het juiste woord in.
Had, moest, kocht, Kon, Wist, ging
1.
Kunnen:
... ik maar muntgeld wisselen bij de balie.
(Kon ik maar muntgeld wisselen bij de balie.)
2.
Weten:
... ik dat maar eerder!
(Wist ik dat maar eerder!)
3.
Kopen:
Was ik maar rijk, dan ... ik een groot huis.
(Was ik maar rijk, dan kocht ik een groot huis.)
4.
Hebben:
... ik maar meer geld om eten te kopen.
(Had ik maar meer geld om eten te kopen.)
5.
Gaan:
Had ik maar meer gespaard, dan ... ik op wereldreis.
(Had ik maar meer gespaard, dan ging ik op wereldreis.)
6.
Moeten:
Had ik maar mijn betaling op tijd gedaan, dan ... ik geen boetes betalen.
(Had ik maar mijn betaling op tijd gedaan, dan moest ik geen boetes betalen.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose the correct sentence expressing a wish or regret using the imperfect tense and 'maar'.
1.
De plaatsing van 'maar' is incorrect; het moet direct na 'Had ik' komen voor een correcte wensstructuur.
Infinitief gebruikt in plaats van onvoltooid verleden tijd na 'maar'. Correct is 'te regelen'.
2.
De werkwoordsvorm 'Was' is hier onjuist gebruikt voor het uitdrukken van wens met onvoltooid verleden tijd in deze context.
Fout gebruik van tegenwoordige tijd 'kan' in plaats van onvoltooid verleden tijd voor het uitdrukken van een wens.
3.
Verkeerde woordvolgorde; correct is 'kon betalen' en niet 'betalen kon'.
Fout: 'kan' is tegenwoordige tijd, maar de wens vereist onvoltooid verleden tijd ('kon').
4.
Foute woordvolgorde; 'eerder' hoort vóór het voltooid deelwoord te staan.
Foutieve infinitief 'controleren' in plaats van voltooid deelwoord 'gecontroleerd' na 'Hadden we maar'.