Leer hoe je wensen en spijt uitdrukt in het Nederlands met de onvoltooid verleden tijd. Ontdek voorbeelden zoals 'Had ik maar meer geld' en 'Hadden we maar gewacht'. Deze les helpt je gedachten over onwerkelijke situaties helder te formuleren door gebruik van specifieke grammaticale structuren en woordvolgorde. Ideaal voor A2-leerlingen die hun taalvaardigheid willen verbeteren.
- Gebruik de onvoltooid verleden tijd om spijt of een onvervulde wens uit te drukken.
- De situatie is denkbeeldig of niet realistisch op dit moment.
- Het gaat vaak gepaard met 'maar.
Situatie (Situatie) | Voorbeelden (Voorbeelden) |
---|---|
Wens (Wens) | Was het al maar zomervakantie. (Was het al maar zomervakantie.) Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen. (Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen. ) At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker. (At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker.) |
Spijt (Spijt) | Hadden we maar gewacht. (Hadden we maar gewacht.) Had ik maar meer gespaard. (Had ik maar meer gespaard.) Had ik maar beter geluisterd. (Had ik maar beter geluisterd.) |
Oefening 1: Wensen uitdrukken met de onvoltooid verleden tijd
Instructie: Vul het juiste woord in.
Had, moest, kocht, Kon, Wist, ging
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de correcte zin waarin een wens of spijt wordt uitgedrukt met de onvoltooid verleden tijd en 'maar'.