Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je wensen en spijt uitdrukt in het Nederlands met de onvoltooid verleden tijd. Ontdek voorbeelden zoals 'Had ik maar meer geld' en 'Hadden we maar gewacht'. Deze les helpt je gedachten over onwerkelijke situaties helder te formuleren door gebruik van specifieke grammaticale structuren en woordvolgorde. Ideaal voor A2-leerlingen die hun taalvaardigheid willen verbeteren.
  1. Gebruik de onvoltooid verleden tijd om spijt of een onvervulde wens uit te drukken.
  2. De situatie is denkbeeldig of niet realistisch op dit moment.
  3. Het gaat vaak gepaard met 'maar.
Situatie (Situatie)Voorbeelden (Voorbeelden)
Wens (Wens)Was het al maar zomervakantie. (Was het al maar zomervakantie.)
Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen.  (Had ik maar meer geld, dan kon ik mijn huur betalen. )
At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker. (At ik maar wat gezonder, dan was ik slanker.)
Spijt (Spijt)Hadden we maar gewacht. (Hadden we maar gewacht.)
Had ik maar meer gespaard. (Had ik maar meer gespaard.)
Had ik maar beter geluisterd. (Had ik maar beter geluisterd.)

Oefening 1: Wensen uitdrukken met de onvoltooid verleden tijd

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Had, moest, kocht, Kon, Wist, ging

1. Kunnen:
... ik maar muntgeld wisselen bij de balie.
(Kon ik maar muntgeld wisselen bij de balie.)
2. Weten:
... ik dat maar eerder!
(Wist ik dat maar eerder!)
3. Kopen:
Was ik maar rijk, dan ... ik een groot huis.
(Was ik maar rijk, dan kocht ik een groot huis.)
4. Hebben:
... ik maar meer geld om eten te kopen.
(Had ik maar meer geld om eten te kopen.)
5. Gaan:
Had ik maar meer gespaard, dan ... ik op wereldreis.
(Had ik maar meer gespaard, dan ging ik op wereldreis.)
6. Moeten:
Had ik maar mijn betaling op tijd gedaan, dan ... ik geen boetes betalen.
(Had ik maar mijn betaling op tijd gedaan, dan moest ik geen boetes betalen.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de correcte zin waarin een wens of spijt wordt uitgedrukt met de onvoltooid verleden tijd en 'maar'.

1.
De plaatsing van 'maar' is incorrect; het moet direct na 'Had ik' komen voor een correcte wensstructuur.
Infinitief gebruikt in plaats van onvoltooid verleden tijd na 'maar'. Correct is 'te regelen'.
2.
De werkwoordsvorm 'Was' is hier onjuist gebruikt voor het uitdrukken van wens met onvoltooid verleden tijd in deze context.
Fout gebruik van tegenwoordige tijd 'kan' in plaats van onvoltooid verleden tijd voor het uitdrukken van een wens.
3.
Verkeerde woordvolgorde; correct is 'kon betalen' en niet 'betalen kon'.
Fout: 'kan' is tegenwoordige tijd, maar de wens vereist onvoltooid verleden tijd ('kon').
4.
Foute woordvolgorde; 'eerder' hoort vóór het voltooid deelwoord te staan.
Foutieve infinitief 'controleren' in plaats van voltooid deelwoord 'gecontroleerd' na 'Hadden we maar'.

Wensen en spijt uitdrukken met de onvoltooid verleden tijd

In deze les leer je hoe je wensen en spijt uitdrukt die niet (meer) werkelijkheid zijn, met de onvoltooid verleden tijd. Dit gebruik is karakteristiek voor het overdenken van situaties die anders hadden kunnen zijn. Veel zinnen bevatten de constructie had ik maar of waren we maar, gevolgd door een werkwoord in de onvoltooid verleden tijd.

Belangrijke situaties

  • Wens: Hiermee geef je aan wat je graag zou willen, bijvoorbeeld: Was het al maar zomervakantie of At ik maar wat gezonder.
  • Spijt: Je drukt uit dat je iets anders had willen doen, zoals in Had ik maar beter geluisterd of Hadden we maar gewacht.

Gebruik en kenmerken

Maak gebruik van de onvoltooid verleden tijd om onwerkelijke situaties te bespreken. Vaak komt na maar een bijzin met een werkwoordsvorm die aangeeft wat je wenst of betreurt. Dit wijkt af van de gebruikelijke tegenwoordige tijd en helpt je gevoelens van verlangen of spijt duidelijk te maken.

Tips voor correcte zinnen

  • Zorg dat maar direct na het hulpwerkwoord staat, bijvoorbeeld: Had ik maar meer tijd.
  • Gebruik na maar de onvoltooid verleden tijd of een voltooid deelwoord, afhankelijk van de zin.
  • Vermijd woordvolgorde fouten, zeker in bijzinnen.

Nederlandse versus instructietaal verschillen

In het Nederlands speelt de volgorde van woorden een grote rol bij het uitdrukken van wensen en spijt, vooral bij gebruik van maar. Woorden als had, wist en kon zijn hier kernwoorden die in combinaties de onvervulde wens aangeven. Een veelgebruikte Nederlandse uitdrukking is Had ik maar..., wat letterlijk vertaalt naar "If only I had..." in het Engels. Let op dat in het Nederlands de verleden tijd hier specifiek wordt gebruikt om hypothetische situaties uit te drukken.

Handige uitdrukkingen: Had ik maar, Wist ik maar, Hadden we maar, Was het maar.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 08/07/2025 08:53