10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Nederlands A1.32: Meubilair - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tussen, gaan, Het sneeuwt, zesentwintigste, Het waait

1. Waaien:
... hard langs de kust.
(Het waait hard langs de kust.)
2.
De winkel is gesloten ... twaalf en één uur.
(De winkel is gesloten tussen twaalf en één uur.)
3. 26:
De hoeveelste is het vandaag? Het is de ....
(De hoeveelste is het vandaag? Het is de zesentwintigste.)
4. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
5.
Volgend jaar ... we samen reizen.
(Volgend jaar gaan we samen reizen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De vloer


De vloer

2

De lijn


De lijn

3

Eerlijk


Eerlijk

4

Zich ontspannen


Zich ontspannen

5

Verleden


Verleden

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Ik voel mij uitgeput na het werken.
Ik voel mij uitgeput na het werken.
2. Beterschap! Ziek zijn is slecht, rust en medicijnen helpen graag.
Beterschap! Ziek zijn is slecht, rust en medicijnen helpen graag.
3. De gezondheid is slecht, ik heb koorts en moet rusten.
De gezondheid is slecht, ik heb koorts en moet rusten.
4. Koorts maakt je ziek en je moet rusten.
Koorts maakt je ziek en je moet rusten.
5. Ik ben ziek en heb hulp nodig.
Ik ben ziek en heb hulp nodig.