Antwoorden (antwoorden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Antwoorden (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Antwoorden - Vervoeging van Antwoorden in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Antwoorden (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Dingen vragen (Dingen vragen)

Vervoeging van antwoorden in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) antwoord (ik) antwoord
(jij) antwoordt (jij) antwoordt
(hij/zij/het) antwoordt (hij/zij/het) antwoordt
(wij) antwoorden (wij) antwoorden
(jullie) antwoorden (jullie) antwoorden
(zij) antwoorden (zij) antwoorden

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik antwoord op jouw vraag. Ik antwoord op jouw vraag.
Jij antwoordt op de vraag nu. Jij antwoordt op de vraag nu.
Hij antwoordt waar het huis is. Hij antwoordt waar het huis is.
Wij antwoorden samen op alles. Wij antwoorden samen op alles.
Jullie antwoorden in de klas. Jullie antwoorden in de klas.
Zij antwoorden snel en duidelijk. Zij antwoorden snel en duidelijk.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

antwoord, antwoordt, antwoorden

1.
Hij ... waar het huis is.
(Hij antwoordt waar het huis is.)
2.
Jij ... op de vraag nu.
(Jij antwoordt op de vraag nu.)
3.
Ik ... op jouw vraag.
(Ik antwoord op jouw vraag.)
4.
Jullie ... in de klas.
(Jullie antwoorden in de klas.)
5.
Wij ... samen op alles.
(Wij antwoorden samen op alles.)
6.
Zij ... snel en duidelijk.
(Zij antwoorden snel en duidelijk.)