Delen (delen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van delen (delen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Delen (Delen) |
Gedeeld (Gedeeld) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) deel |
(ik) deel |
(jij) deelt |
(jij) deelt |
(hij/zij/het) deelt |
(hij/zij/het) deelt |
(wij) delen |
(wij) delen |
(jullie) delen |
(jullie) delen |
(zij) delen |
(zij) delen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) deelde |
(ik) deelde |
(jij) deelde |
(jij) deelde |
(hij/zij/het) deelde |
(hij/zij/het) deelde |
(wij) deelden |
(wij) deelden |
(jullie) deelden |
(jullie) deelden |
(zij) deelden |
(zij) deelden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gedeeld |
(ik) heb gedeeld |
(jij) hebt gedeeld |
(jij) hebt gedeeld |
(hij/zij/het) heeft gedeeld |
(hij/zij/het) heeft gedeeld |
(wij) hebben gedeeld |
(wij) hebben gedeeld |
(jullie) hebben gedeeld |
(jullie) hebben gedeeld |
(zij) hebben gedeeld |
(zij) hebben gedeeld |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gedeeld |
(ik) heb gedeeld |
(jij) hebt gedeeld |
(jij) hebt gedeeld |
(hij/zij/het) heeft gedeeld |
(hij/zij/het) heeft gedeeld |
(wij) hebben gedeeld |
(wij) hebben gedeeld |
(jullie) hebben gedeeld |
(jullie) hebben gedeeld |
(zij) hebben gedeeld |
(zij) hebben gedeeld |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gedeeld hebben |
(ik) zal gedeeld hebben |
(jij) zult/zal gedeeld hebben |
(jij) zult/zal gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zal gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zal gedeeld hebben |
(wij) zullen gedeeld hebben |
(wij) zullen gedeeld hebben |
(jullie) zullen gedeeld hebben |
(jullie) zullen gedeeld hebben |
(zij) zullen gedeeld hebben |
(zij) zullen gedeeld hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gedeeld hebben |
(ik) zal gedeeld hebben |
(jij) zult/zal gedeeld hebben |
(jij) zult/zal gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zal gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zal gedeeld hebben |
(wij) zullen gedeeld hebben |
(wij) zullen gedeeld hebben |
(jullie) zullen gedeeld hebben |
(jullie) zullen gedeeld hebben |
(zij) zullen gedeeld hebben |
(zij) zullen gedeeld hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou delen |
(ik) zou delen |
(jij) zou delen |
(jij) zou delen |
(hij/zij/het) zou delen |
(hij/zij/het) zou delen |
(wij) zouden delen |
(wij) zouden delen |
(jullie) zouden delen |
(jullie) zouden delen |
(zij) zouden delen |
(zij) zouden delen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gedeeld hebben |
(ik) zou gedeeld hebben |
(jij) zou gedeeld hebben |
(jij) zou gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zou gedeeld hebben |
(hij/zij/het) zou gedeeld hebben |
(wij) zouden gedeeld hebben |
(wij) zouden gedeeld hebben |
(jullie) zouden gedeeld hebben |
(jullie) zouden gedeeld hebben |
(zij) zouden gedeeld hebben |
(zij) zouden gedeeld hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Deel! |
Deel! |
|