Dienen (dienen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Dienen - Vervoeging van Dienen in het Nederlands: Verbuigingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Dienen (dienen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Huishoudelijke apparaten (Huishoudelijke apparaten)
Vervoeging van dienen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) dien | (ik) dien |
(jij) dient/dien | (jij) dient/dien |
(hij/zij/het) dient | (hij/zij/het) dient |
(wij) dienen | (wij) dienen |
(jullie) dienen | (jullie) dienen |
(zij) dienen | (zij) dienen |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik dien het eten op de tafel. | Ik dien het eten op de tafel. |
Dien jij het glas aan de gasten? | Dien jij het glas aan de gasten? |
Hij dient het water bij het ontbijt. | Hij dient het water bij het ontbijt. |
Wij dienen de koffie in de woonkamer. | Wij dienen de koffie in de woonkamer. |
Dienen jullie de borden na het eten? | Dienen jullie de borden na het eten? |
Zij dienen de soep in de eetkamer. | Zij dienen de soep in de eetkamer. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
dien, dienen, dient
1.
Wij ... de koffie in de woonkamer.
(Wij dienen de koffie in de woonkamer.)
2.
Ik ... het eten op de tafel.
(Ik dien het eten op de tafel.)
3.
Hij ... het water bij het ontbijt.
(Hij dient het water bij het ontbijt.)
4.
... jullie de borden na het eten?
(Dienen jullie de borden na het eten?)
5.
... jij het glas aan de gasten?
(Dien jij het glas aan de gasten?)
6.
Zij ... de soep in de eetkamer.
(Zij dienen de soep in de eetkamer.)