10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Dienen (dienen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van dienen (dienen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Dienen (dienen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 5: Thuis (Thuis)

Les 34: Huishoudelijke apparaten (Huishoudelijke apparaten)

Infinitief Voltooid deelwoord
Dienen (Dienen) Gediend (Gediend)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
ik dien ik dien
jij dient jij dient
hij/zij/het dient hij/zij/het dient
wij dienen wij dienen
jullie dienen jullie dienen
zij dienen zij dienen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
ik diende ik diende
jij diende jij diende
hij/zij/het diende hij/zij/het diende
wij dienten wij dienten
jullie dienten jullie dienten
zij dienten zij dienten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
ik heb gediend ik heb gediend
jij hebt/gediend jij hebt/gediend
hij/zij/het heeft gediend hij/zij/het heeft gediend
wij hebben gediend wij hebben gediend
jullie hebben gediend jullie hebben gediend
zij hebben gediend zij hebben gediend

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
ik heb gediend ik heb gediend
jij hebt gediend jij hebt gediend
hij/zij/het heeft gediend hij/zij/het heeft gediend
wij hebben gediend wij hebben gediend
jullie hebben gediend jullie hebben gediend
zij hebben gediend zij hebben gediend

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
ik zal gediend hebben ik zal gediend hebben
jij zult gediend hebben jij zult gediend hebben
hij/zij/het zal gediend hebben hij/zij/het zal gediend hebben
wij zullen gediend hebben wij zullen gediend hebben
jullie zullen gediend hebben jullie zullen gediend hebben
zij zullen gediend hebben zij zullen gediend hebben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
ik zal/zou gediend hebben ik zal/zou gediend hebben
jij zal/zou gediend hebben jij zal/zou gediend hebben
hij/zij/het zal/zou gediend hebben hij/zij/het zal/zou gediend hebben
wij zullen/zouden gediend hebben wij zullen/zouden gediend hebben
jullie zullen/zouden gediend hebben jullie zullen/zouden gediend hebben
zij zullen/zouden gediend hebben zij zullen/zouden gediend hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
ik zou dienen ik zou dienen
jij zou dienen jij zou dienen
hij/zij/het zou dienen hij/zij/het zou dienen
wij zouden dienen wij zouden dienen
jullie zouden dienen jullie zouden dienen
zij zouden dienen zij zouden dienen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou gediend hebben ik zou gediend hebben
jij zou gediend hebben jij zou gediend hebben
hij/zij/het zou gediend hebben hij/zij/het zou gediend hebben
wij zouden gediend hebben wij zouden gediend hebben
jullie zouden gediend hebben jullie zouden gediend hebben
zij zouden gediend hebben zij zouden gediend hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Dien! Dien!