Dragen (dragen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Dragen (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dragen - Vervoeging van Dragen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dragen (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - In de kledingwinkel (In de kledingwinkel)

Vervoeging van dragen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik draag ik draag
jij draagt jij draagt
hij/zij/het draagt hij/zij/het draagt
wij dragen wij dragen
jullie dragen jullie dragen
zij dragen zij dragen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik draag een warme trui. Ik draag een warme trui.
Jij draagt een mooie jas. Jij draagt een mooie jas.
Hij draagt een blauwe broek. Hij draagt een blauwe broek.
Wij dragen dezelfde kleren. Wij dragen dezelfde kleren.
Jullie dragen mooie jurken. Jullie dragen mooie jurken.
Zij dragen lichte T-shirts. Zij dragen lichte T-shirts.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

dragen, draag, draagt

1.
Jullie ... mooie jurken.
(Jullie dragen mooie jurken.)
2.
Zij ... lichte t-shirts.
(Zij dragen lichte t-shirts.)
3.
Hij ... een blauwe broek.
(Hij draagt een blauwe broek.)
4.
Wij ... dezelfde kleren.
(Wij dragen dezelfde kleren.)
5.
Ik ... een warme trui.
(Ik draag een warme trui.)
6.
Jij ... een mooie jas.
(Jij draagt een mooie jas.)