Gaan (gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van gaan (gaan) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Gaan (Gaan) |
Gegaan (Gegaan) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ga |
(ik) ga |
(jij) gaat/ga |
(jij) gaat/ga |
(hij/zij/het) gaat |
(hij/zij/het) gaat |
(wij) gaan |
(wij) gaan |
(jullie) gaan |
(jullie) gaan |
(zij) gaan |
(zij) gaan |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ging |
(ik) ging |
(jij) ging/ginge |
(jij) ging/ginge |
(hij/zij/het) ging |
(hij/zij/het) ging |
(wij) gingen |
(wij) gingen |
(jullie) gingen |
(jullie) gingen |
(zij) gingen |
(zij) gingen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ben gegaan |
(ik) ben gegaan |
(jij) bent gegaan |
(jij) bent gegaan |
(hij/zij/het) is gegaan |
(hij/zij/het) is gegaan |
(wij) zijn gegaan |
(wij) zijn gegaan |
(jullie) zijn gegaan |
(jullie) zijn gegaan |
(zij) zijn gegaan |
(zij) zijn gegaan |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ben gegaan |
(ik) ben gegaan |
(jij) bent gegaan |
(jij) bent gegaan |
(hij/zij/het) is gegaan |
(hij/zij/het) is gegaan |
(wij) zijn gegaan |
(wij) zijn gegaan |
(jullie) zijn gegaan |
(jullie) zijn gegaan |
(zij) zijn gegaan |
(zij) zijn gegaan |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gaan |
(ik) zal gaan |
(jij) zult/zal gaan |
(jij) zult/zal gaan |
(hij/zij/het) zal gaan |
(hij/zij/het) zal gaan |
(wij) zullen gaan |
(wij) zullen gaan |
(jullie) zullen gaan |
(jullie) zullen gaan |
(zij) zullen gaan |
(zij) zullen gaan |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gegaan zijn |
(ik) zal gegaan zijn |
(jij) zult/zal gegaan zijn |
(jij) zult/zal gegaan zijn |
(hij/zij/het) zal gegaan zijn |
(hij/zij/het) zal gegaan zijn |
(wij) zullen gegaan zijn |
(wij) zullen gegaan zijn |
(jullie) zullen gegaan zijn |
(jullie) zullen gegaan zijn |
(zij) zullen gegaan zijn |
(zij) zullen gegaan zijn |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gaan |
(ik) zou gaan |
(jij) zou gaan |
(jij) zou gaan |
(hij/zij/het) zou gaan |
(hij/zij/het) zou gaan |
(wij) zouden gaan |
(wij) zouden gaan |
(jullie) zouden gaan |
(jullie) zouden gaan |
(zij) zouden gaan |
(zij) zouden gaan |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gegaan zijn |
(ik) zou gegaan zijn |
(jij) zou gegaan zijn |
(jij) zou gegaan zijn |
(hij/zij/het) zou gegaan zijn |
(hij/zij/het) zou gegaan zijn |
(wij) zouden gegaan zijn |
(wij) zouden gegaan zijn |
(jullie) zouden gegaan zijn |
(jullie) zouden gegaan zijn |
(zij) zouden gegaan zijn |
(zij) zouden gegaan zijn |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Ga! |
Ga! |
|