Gaan (gaan) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Gaan - Vervoeging van Gaan in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Gaan (gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)
Vervoeging van gaan in Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik ga | ik ga |
jij gaat | jij gaat |
hij/zij/het gaat | hij/zij/het gaat |
wij gaan | wij gaan |
jullie gaan | jullie gaan |
zij gaan | zij gaan |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik ga in juni naar Spanje. | Ik ga in juni naar Spanje. |
Jij gaat vaak in de lente wandelen. | Jij gaat vaak in de lente wandelen. |
Hij gaat morgen naar de markt. | Hij gaat morgen naar de markt. |
Wij gaan in de zomer naar het strand. | Wij gaan in de zomer naar het strand. |
Jullie gaan altijd in december naar Zweden. | Jullie gaan altijd in december naar Zweden. |
Zij gaan in de herfst naar het bos. | Zij gaan in de herfst naar het bos. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ga, gaan, gaat
1.
Jij ... vaak in de lente wandelen.
(Jij gaat vaak in de lente wandelen.)
2.
Ik ... in juni naar spanje.
(Ik ga in juni naar spanje.)
3.
Zij ... in de herfst naar het bos.
(Zij gaan in de herfst naar het bos.)
4.
Jullie ... altijd in december naar zweden.
(Jullie gaan altijd in december naar zweden.)
5.
Wij ... in de zomer naar het strand.
(Wij gaan in de zomer naar het strand.)
6.
Hij ... morgen naar de markt.
(Hij gaat morgen naar de markt.)