Geven (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van geven (geven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Geven (Geven) |
Gegeven (Gegeven) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik geef |
ik geef |
jij geeft |
jij geeft |
hij/zij/het geeft |
hij/zij/het geeft |
wij geven |
wij geven |
jullie geven |
jullie geven |
zij geven |
zij geven |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik gaf |
ik gaf |
jij gaf |
jij gaf |
hij/zij/het gaf |
hij/zij/het gaf |
wij gaven |
wij gaven |
jullie gaven |
jullie gaven |
zij gaven |
zij gaven |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gegeven |
ik heb gegeven |
jij hebt gegeven |
jij hebt gegeven |
hij/zij/het heeft gegeven |
hij/zij/het heeft gegeven |
wij hebben gegeven |
wij hebben gegeven |
jullie hebben gegeven |
jullie hebben gegeven |
zij hebben gegeven |
zij hebben gegeven |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gegeven |
ik heb gegeven |
jij hebt gegeven/heb je gegeven |
jij hebt gegeven/heb je gegeven |
hij/zij/het heeft gegeven |
hij/zij/het heeft gegeven |
wij hebben gegeven |
wij hebben gegeven |
jullie hebben gegeven |
jullie hebben gegeven |
zij hebben gegeven |
zij hebben gegeven |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gegeven hebben |
ik zal gegeven hebben |
jij zult gegeven hebben / zal gegeven hebben |
jij zult gegeven hebben / zal gegeven hebben |
hij/zij/het zal gegeven hebben |
hij/zij/het zal gegeven hebben |
wij zullen gegeven hebben |
wij zullen gegeven hebben |
jullie zullen gegeven hebben |
jullie zullen gegeven hebben |
zij zullen gegeven hebben |
zij zullen gegeven hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal hebben gegeven |
ik zal hebben gegeven |
jij zult/zal hebben gegeven |
jij zult/zal hebben gegeven |
hij/zij/het zal hebben gegeven |
hij/zij/het zal hebben gegeven |
wij zullen hebben gegeven |
wij zullen hebben gegeven |
jullie zullen hebben gegeven |
jullie zullen hebben gegeven |
zij zullen hebben gegeven |
zij zullen hebben gegeven |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou geven |
ik zou geven |
jij zou geven |
jij zou geven |
hij/zij/het zou geven |
hij/zij/het zou geven |
wij zouden geven |
wij zouden geven |
jullie zouden geven |
jullie zouden geven |
zij zouden geven |
zij zouden geven |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gegeven hebben |
ik zou gegeven hebben |
jij zou gegeven hebben |
jij zou gegeven hebben |
hij/zij/het zou gegeven hebben |
hij/zij/het zou gegeven hebben |
wij zouden gegeven hebben |
wij zouden gegeven hebben |
jullie zouden gegeven hebben |
jullie zouden gegeven hebben |
zij zouden gegeven hebben |
zij zouden gegeven hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Geef! |
Geef! |
|