10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Kunnen (kunnen) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Kunnen (kunnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Kunnen - Vervoeging van Kunnen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Kunnen (kunnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Koken en bakken (Koken en bakken)

Tegenwoordige tijd van kunnen in onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) kon (ik) kon
(jij) kon/konde (jij) kon/konde
(hij/zij/het) kon (hij/zij/het) kon
(wij) konden (wij) konden
(jullie) konden (jullie) konden
(zij) konden (zij) konden

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik kon gisteren langer trainen in het zwembad. Ik kon gisteren langer trainen in het zwembad.
Jij kon de gewichten niet optillen zonder hulp. Jij kon de gewichten niet optillen zonder hulp.
Hij kon de oefeningen netjes afmaken. Hij kon de oefeningen netjes afmaken.
Wij konden de routine voor krachttraining volgen. Wij konden de routine voor krachttraining volgen.
Jullie konden goed rennen tijdens de training. Jullie konden goed rennen tijdens de training.
Zij konden met yoga hun kracht verbeteren. Zij konden met yoga hun kracht verbeteren.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

konden, kon

1.
Jullie ... goed rennen tijdens de training.
(Jullie konden goed rennen tijdens de training.)
2.
Hij ... de oefeningen netjes afmaken.
(Hij kon de oefeningen netjes afmaken.)
3.
Jij ... de gewichten niet optillen zonder hulp.
(Jij kon de gewichten niet optillen zonder hulp.)
4.
Zij ... met yoga hun kracht verbeteren.
(Zij konden met yoga hun kracht verbeteren.)
5.
Ik ... gisteren langer trainen in het zwembad.
(Ik kon gisteren langer trainen in het zwembad.)
6.
Wij ... de routine voor krachttraining volgen.
(Wij konden de routine voor krachttraining volgen.)