Lenen (lenen) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

 Lenen (lenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lenen - Verbinning van lenen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voorwaardelijke tegenwoordige tijd, voorwaardelijke wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Lenen (lenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - In de bibliotheek (In de bibliotheek)

Verbuiging van lenen in de voorwaardelijke tegenwoordige tijd (CTT)

Nederlands Nederlands
ik zou lenen ik zou lenen
jij zou lenen / zou jij lenen jij zou lenen / zou jij lenen
(hij/zij/het) hij zou lenen / zij zou lenen / het zou lenen (hij/zij/het) hij zou lenen / zij zou lenen / het zou lenen
wij zouden lenen wij zouden lenen
jullie zouden lenen jullie zouden lenen
zij zouden lenen zij zouden lenen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zou lenen als het boek beschikbaar is. Ik zou lenen als het boek beschikbaar is.
Zou jij lenen voor dit nieuwe gedicht? Zou jij lenen voor dit nieuwe gedicht?
De schrijver zou lenen om nieuwe romans te kopen. De schrijver zou lenen om nieuwe romans te kopen.
Wij zouden lenen om die literatuur te onderzoeken. Wij zouden lenen om die literatuur te onderzoeken.
Jullie zouden lenen in de boekwinkel naast de bibliotheek. Jullie zouden lenen in de boekwinkel naast de bibliotheek.
Zij zouden lenen voor een sprookje over die auteur. Zij zouden lenen voor een sprookje over die auteur.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zij zouden lenen, zou, jij, jullie zouden lenen, wij zouden lenen, ik zou lenen, lenen

1.
... voor een sprookje over die auteur.
(Zij zouden lenen voor een sprookje over die auteur.)
2.
De schrijver ... ... om nieuwe romans te kopen.
(De schrijver zou lenen om nieuwe romans te kopen.)
3.
... als het boek beschikbaar is.
(Ik zou lenen als het boek beschikbaar is.)
4.
... om die literatuur te onderzoeken.
(Wij zouden lenen om die literatuur te onderzoeken.)
5.
... ... ... voor dit nieuwe gedicht?
(Zou jij lenen voor dit nieuwe gedicht?)
6.
... in de boekwinkel naast de bibliotheek.
(Jullie zouden lenen in de boekwinkel naast de bibliotheek.)