Leren (leren) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Leren (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leren - Vervoeging van leren in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Leren (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Cijfers en tellen (Cijfers en tellen)

Vervoeging van leren in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik leer ik leer
jij leert jij leert
hij/zij/het leert hij/zij/het leert
wij leren wij leren
jullie leren jullie leren
zij leren zij leren

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik leer optellen met tien. Ik leer optellen met tien.
Jij leert tot twintig tellen. Jij leert tot twintig tellen.
Hij leert de getallen één tot vijf. Hij leert de getallen één tot vijf.
Wij leren drie plus vier. Wij leren drie plus vier.
Jullie leren met vijf delen. Jullie leren met vijf delen.
Zij leren samen tot honderd. Zij leren samen tot honderd.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

leer, leren, leert

1.
Hij ... de getallen één tot vijf.
(Hij leert de getallen één tot vijf.)
2.
Jij ... tot twintig tellen.
(Jij leert tot twintig tellen.)
3.
Ik ... optellen met tien.
(Ik leer optellen met tien.)
4.
Wij ... drie plus vier.
(Wij leren drie plus vier.)
5.
Jullie ... met vijf delen.
(Jullie leren met vijf delen.)
6.
Zij ... samen tot honderd.
(Zij leren samen tot honderd.)