Leren (leren) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Leren - Vervoeging van leren in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Leren (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Cijfers en tellen (Cijfers en tellen)
Vervoeging van leren in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik leer | ik leer |
jij leert | jij leert |
hij/zij/het leert | hij/zij/het leert |
wij leren | wij leren |
jullie leren | jullie leren |
zij leren | zij leren |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik leer optellen met tien. | Ik leer optellen met tien. |
Jij leert tot twintig tellen. | Jij leert tot twintig tellen. |
Hij leert de getallen één tot vijf. | Hij leert de getallen één tot vijf. |
Wij leren drie plus vier. | Wij leren drie plus vier. |
Jullie leren met vijf delen. | Jullie leren met vijf delen. |
Zij leren samen tot honderd. | Zij leren samen tot honderd. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
leer, leren, leert
1.
Hij ... de getallen één tot vijf.
(Hij leert de getallen één tot vijf.)
2.
Jij ... tot twintig tellen.
(Jij leert tot twintig tellen.)
3.
Ik ... optellen met tien.
(Ik leer optellen met tien.)
4.
Wij ... drie plus vier.
(Wij leren drie plus vier.)
5.
Jullie ... met vijf delen.
(Jullie leren met vijf delen.)
6.
Zij ... samen tot honderd.
(Zij leren samen tot honderd.)