Leren (leren) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Leren - Vervoeging van Leren in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Leren (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Cijfers en tellen (Cijfers en tellen)
Vervoeging van leren in de onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) leerde | (ik) leerde |
(jij) leerde/leerdest | (jij) leerde/leerdest |
(hij/zij/het) leerde | (hij/zij/het) leerde |
(wij) leerden | (wij) leerden |
(jullie) leerden | (jullie) leerden |
(zij) leerden | (zij) leerden |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik leerde gisteren veel tijdens de groepsles. | Ik leerde gisteren veel tijdens de groepsles. |
Jij leerde veel in de privéles fotografie. | Jij leerde veel in de privéles fotografie. |
Hij leerde de passie voor muziek kennen. | Hij leerde de passie voor muziek kennen. |
Wij leerden het werk van de instructeur goed. | Wij leerden het werk van de instructeur goed. |
Jullie leerden na de workshop veel nieuwe dingen. | Jullie leerden na de workshop veel nieuwe dingen. |
Zij leerden zich amuseren tijdens de cursus. | Zij leerden zich amuseren tijdens de cursus. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
leerde, leerden
1.
Ik ... gisteren veel tijdens de groepsles.
(Ik leerde gisteren veel tijdens de groepsles.)
2.
Jullie ... na de workshop veel nieuwe dingen.
(Jullie leerden na de workshop veel nieuwe dingen.)
3.
Hij ... de passie voor muziek kennen.
(Hij leerde de passie voor muziek kennen.)
4.
Wij ... het werk van de instructeur goed.
(Wij leerden het werk van de instructeur goed.)
5.
Jij ... veel in de privéles fotografie.
(Jij leerde veel in de privéles fotografie.)
6.
Zij ... zich amuseren tijdens de cursus.
(Zij leerden zich amuseren tijdens de cursus.)