Plannen (plannen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Plannen (plannen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Plannen - Vervoeging van Plannen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Plannen (plannen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Kalenderdata en feestdagen (Kalenderdata en feestdagen)

Vervoeging van plannen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik plan ik plan
jij plant jij plant
hij/zij/het plant hij/zij/het plant
wij plannen wij plannen
jullie plannen jullie plannen
zij plannen zij plannen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik plan de vakantie in augustus. Ik plan de vakantie in augustus.
Jij plant de verjaardag op de kalender. Jij plant de verjaardag op de kalender.
Hij plant een feestdag met vrienden. Hij plant een feestdag met vrienden.
Wij plannen Kerstmis in de agenda. Wij plannen Kerstmis in de agenda.
Jullie plannen het weekend al. Jullie plannen het weekend al.
Zij plannen Pasen samen. Zij plannen Pasen samen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

plant, plannen, plan

1.
Wij ... kerstmis in de agenda.
(Wij plannen kerstmis in de agenda.)
2.
Jij ... de verjaardag op de kalender.
(Jij plant de verjaardag op de kalender.)
3.
Hij ... een feestdag met vrienden.
(Hij plant een feestdag met vrienden.)
4.
Ik ... de vakantie in augustus.
(Ik plan de vakantie in augustus.)
5.
Jullie ... het weekend al.
(Jullie plannen het weekend al.)
6.
Zij ... pasen samen.
(Zij plannen pasen samen.)