Plannen (plannen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Plannen - Vervoeging van Plannen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Plannen (plannen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Kalenderdata en feestdagen (Kalenderdata en feestdagen)
Vervoeging van plannen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) plan | (ik) plan |
(jij) plant / plan je | (jij) plant / plan je |
(hij/zij/het) plant | (hij/zij/het) plant |
(wij) plannen | (wij) plannen |
(jullie) plannen | (jullie) plannen |
(zij) plannen | (zij) plannen |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik plan mijn vakantie in de agenda. | Ik plan mijn vakantie in de agenda. |
Jij plant een feestdag deze week. | Jij plant een feestdag deze week. |
Hij plant een uitstap voor het weekend. | Hij plant een uitstap voor het weekend. |
Wij plannen samen Kerstmis en Oud en nieuw. | Wij plannen samen Kerstmis en Oud en nieuw. |
Jullie plannen de datum voor Pasen. | Jullie plannen de datum voor Pasen. |
Zij plannen Pinksteren in de kalender. | Zij plannen Pinksteren in de kalender. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
<strong>plan, plannen, plant, plan
1.
Wij ... samen kerstmis en oud en nieuw.
(Wij plannen samen kerstmis en oud en nieuw.)
2.
Jij ...t een feestdag deze week.
(Jij plant een feestdag deze week.)
3.
Hij ... een uitstap voor het weekend.
(Hij plant een uitstap voor het weekend.)
4.
Ik ... mijn vakantie in de agenda.
(Ik plan mijn vakantie in de agenda.)
5.
Jullie ... de datum voor pasen.
(Jullie plannen de datum voor pasen.)
6.
Zij ... pinksteren in de kalender.
(Zij plannen pinksteren in de kalender.)