Tellen (tellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van tellen (tellen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Tellen (Tellen) |
Geteld (Geteld) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik tel |
ik tel |
jij telt |
jij telt |
hij/zij/het telt |
hij/zij/het telt |
wij tellen |
wij tellen |
jullie tellen |
jullie tellen |
zij tellen |
zij tellen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik telde |
ik telde |
jij telde |
jij telde |
hij/zij/het telde |
hij/zij/het telde |
wij telden |
wij telden |
jullie telden |
jullie telden |
zij telden |
zij telden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geteld |
ik heb geteld |
jij hebt/geteld |
jij hebt/geteld |
hij/zij/het heeft/geteld |
hij/zij/het heeft/geteld |
wij hebben/geteld |
wij hebben/geteld |
jullie hebben/geteld |
jullie hebben/geteld |
zij hebben/geteld |
zij hebben/geteld |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geteld |
ik heb geteld |
jij hebt/geteld |
jij hebt/geteld |
hij/zij/het heeft geteld |
hij/zij/het heeft geteld |
wij hebben geteld |
wij hebben geteld |
jullie hebben geteld |
jullie hebben geteld |
zij hebben geteld |
zij hebben geteld |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal geteld hebben |
ik zal geteld hebben |
jij zult/geteld hebben |
jij zult/geteld hebben |
hij/zij/het zal geteld hebben |
hij/zij/het zal geteld hebben |
wij zullen geteld hebben |
wij zullen geteld hebben |
jullie zullen geteld hebben |
jullie zullen geteld hebben |
zij zullen geteld hebben |
zij zullen geteld hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal geteld hebben |
ik zal geteld hebben |
jij zult/zal geteld hebben |
jij zult/zal geteld hebben |
hij/zij/het zal geteld hebben |
hij/zij/het zal geteld hebben |
wij zullen geteld hebben |
wij zullen geteld hebben |
jullie zullen geteld hebben |
jullie zullen geteld hebben |
zij zullen geteld hebben |
zij zullen geteld hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou hebben geteld |
ik zou hebben geteld |
jij zou hebben geteld |
jij zou hebben geteld |
hij/zij/het zou hebben geteld |
hij/zij/het zou hebben geteld |
wij zouden hebben geteld |
wij zouden hebben geteld |
jullie zouden hebben geteld |
jullie zouden hebben geteld |
zij zouden hebben geteld |
zij zouden hebben geteld |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou geteld hebben |
ik zou geteld hebben |
jij zou geteld hebben |
jij zou geteld hebben |
hij/zij/het zou geteld hebben |
hij/zij/het zou geteld hebben |
wij zouden geteld hebben |
wij zouden geteld hebben |
jullie zouden geteld hebben |
jullie zouden geteld hebben |
zij zouden geteld hebben |
zij zouden geteld hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Tel! |
Tel! |
|