Verjaren (verjaren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van verjaren (verjaren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Verjaren (Verjaren) |
Verjaard (Verjaard) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik verjaar |
ik verjaar |
jij verjaart |
jij verjaart |
hij/zij/het verjaart |
hij/zij/het verjaart |
wij verjaren |
wij verjaren |
jullie verjaren |
jullie verjaren |
zij verjaren |
zij verjaren |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik verjaarde |
ik verjaarde |
jij verjaarde |
jij verjaarde |
hij/zij/het verjaarde |
hij/zij/het verjaarde |
wij verjaarden |
wij verjaarden |
jullie verjaarden |
jullie verjaarden |
zij verjaarden |
zij verjaarden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik ben verjaard |
ik ben verjaard |
jij bent verjaard |
jij bent verjaard |
hij/zij/het is verjaard |
hij/zij/het is verjaard |
wij zijn verjaard |
wij zijn verjaard |
jullie zijn verjaard |
jullie zijn verjaard |
zij zijn verjaard |
zij zijn verjaard |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik ben verjaard |
ik ben verjaard |
jij bent verjaard |
jij bent verjaard |
hij/zij/het is verjaard |
hij/zij/het is verjaard |
wij zijn verjaard |
wij zijn verjaard |
jullie zijn verjaard |
jullie zijn verjaard |
zij zijn verjaard |
zij zijn verjaard |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal verjaren |
ik zal verjaren |
jij zult/jij zal verjaren |
jij zult/jij zal verjaren |
hij/zij/het zal verjaren |
hij/zij/het zal verjaren |
wij zullen verjaren |
wij zullen verjaren |
jullie zullen verjaren |
jullie zullen verjaren |
zij zullen verjaren |
zij zullen verjaren |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal/zult verjaren hebben |
ik zal/zult verjaren hebben |
jij zult/zou verjaren hebben |
jij zult/zou verjaren hebben |
hij/zij/het zal/zou verjaren hebben |
hij/zij/het zal/zou verjaren hebben |
wij zullen/zouden verjaren hebben |
wij zullen/zouden verjaren hebben |
jullie zullen/zouden verjaren hebben |
jullie zullen/zouden verjaren hebben |
zij zullen/zouden verjaren hebben |
zij zullen/zouden verjaren hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou verjaren |
ik zou verjaren |
jij zou verjaren |
jij zou verjaren |
hij/zij/het zou verjaren |
hij/zij/het zou verjaren |
wij zouden verjaren |
wij zouden verjaren |
jullie zouden verjaren |
jullie zouden verjaren |
zij zouden verjaren |
zij zouden verjaren |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou verjaard zijn |
ik zou verjaard zijn |
jij zou verjaard zijn |
jij zou verjaard zijn |
hij/zij/het zou verjaard zijn |
hij/zij/het zou verjaard zijn |
wij zouden verjaard zijn |
wij zouden verjaard zijn |
jullie zouden verjaard zijn |
jullie zouden verjaard zijn |
zij zouden verjaard zijn |
zij zouden verjaard zijn |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Verjaar! |
Verjaar! |
|