Zich voorstellen (zich voorstellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van zich voorstellen (zich voorstellen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Zich voorstellen (Zich voorstellen) |
zich voorgesteld (zich voorgesteld) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) stel me voor |
(ik) stel me voor |
(jij) stelt je voor / stel je voor |
(jij) stelt je voor / stel je voor |
(hij/zij/het) stelt zich voor |
(hij/zij/het) stelt zich voor |
(wij) stellen ons voor |
(wij) stellen ons voor |
(jullie) stellen je voor |
(jullie) stellen je voor |
(zij) stellen zich voor |
(zij) stellen zich voor |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) stelde me voor |
(ik) stelde me voor |
(jij) stelde je voor |
(jij) stelde je voor |
(hij/zij/het) stelde zich voor |
(hij/zij/het) stelde zich voor |
(wij) stelden ons voor |
(wij) stelden ons voor |
(jullie) stelden je voor |
(jullie) stelden je voor |
(zij) stelden zich voor |
(zij) stelden zich voor |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb me voorgesteld |
(ik) heb me voorgesteld |
(jij) hebt je voorgesteld |
(jij) hebt je voorgesteld |
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld |
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld |
(wij) hebben ons voorgesteld |
(wij) hebben ons voorgesteld |
(jullie) hebben je voorgesteld |
(jullie) hebben je voorgesteld |
(zij) hebben zich voorgesteld |
(zij) hebben zich voorgesteld |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb me voorgesteld |
(ik) heb me voorgesteld |
(jij) hebt je voorgesteld |
(jij) hebt je voorgesteld |
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld |
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld |
(wij) hebben ons voorgesteld |
(wij) hebben ons voorgesteld |
(jullie) hebben je voorgesteld |
(jullie) hebben je voorgesteld |
(zij) hebben zich voorgesteld |
(zij) hebben zich voorgesteld |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal me hebben voorgesteld |
(ik) zal me hebben voorgesteld |
(jij) zult/zal je hebben voorgesteld |
(jij) zult/zal je hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zal zich hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zal zich hebben voorgesteld |
(wij) zullen ons hebben voorgesteld |
(wij) zullen ons hebben voorgesteld |
(jullie) zullen je hebben voorgesteld |
(jullie) zullen je hebben voorgesteld |
(zij) zullen zich hebben voorgesteld |
(zij) zullen zich hebben voorgesteld |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal/zou mij hebben voorgesteld |
(ik) zal/zou mij hebben voorgesteld |
(jij) zult/zou jij je hebben voorgesteld |
(jij) zult/zou jij je hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zal/zou zich hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zal/zou zich hebben voorgesteld |
(wij) zullen/zouden ons hebben voorgesteld |
(wij) zullen/zouden ons hebben voorgesteld |
(jullie) zullen/zouden je hebben voorgesteld |
(jullie) zullen/zouden je hebben voorgesteld |
(zij) zullen/zouden zich hebben voorgesteld |
(zij) zullen/zouden zich hebben voorgesteld |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou me voorstellen |
(ik) zou me voorstellen |
(jij) zou je voorstellen |
(jij) zou je voorstellen |
(hij/zij/het) zou zich voorstellen |
(hij/zij/het) zou zich voorstellen |
(wij) zouden ons voorstellen |
(wij) zouden ons voorstellen |
(jullie) zouden je/jullie voorstellen |
(jullie) zouden je/jullie voorstellen |
(zij) zouden zich voorstellen |
(zij) zouden zich voorstellen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou mij hebben voorgesteld |
(ik) zou mij hebben voorgesteld |
(jij) zou je hebben voorgesteld |
(jij) zou je hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zou zich hebben voorgesteld |
(hij/zij/het) zou zich hebben voorgesteld |
(wij) zouden ons hebben voorgesteld |
(wij) zouden ons hebben voorgesteld |
(jullie) zouden je hebben voorgesteld |
(jullie) zouden je hebben voorgesteld |
(zij) zouden zich hebben voorgesteld |
(zij) zouden zich hebben voorgesteld |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Stel me voor! |
Stel me voor! |
|