In een online conversatieles van coLanguage

De eerste les bij coLanguage!

Dialoog: In een online conversatieles van coLanguage

De eerste les bij coLanguage!

 In een online conversatieles van coLanguage

A1 Nederlands

Niveau: A1

Module 1: Jezelf voorstellen (Jezelf voorstellen)

Les 2: Je naam zeggen (Je naam zeggen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Docent: Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam! (Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam!)
2. Student: Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik start vandaag met Nederlands. (Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik start vandaag met Nederlands.)
3. Docent: Wat leuk! Mag ik jouw naam vragen? (Wat leuk! Mag ik jouw naam vragen?)
4. Student: Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens. (Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens.)
5. Docent: Aangenaam, Lisa Janssens. Mooie naam! En jij bent dus de nieuwe student bij ons? (Aangenaam, Lisa Janssens. Mooie naam! En jij bent dus de nieuwe student bij ons?)
6. Student: Ja, klopt! En wat is uw voornaam, meneer? (Ja, klopt! En wat is uw voornaam, meneer?)
7. Docent: Mijn voornaam is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries. (Mijn voornaam is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries.)
8. Student: Leuk u te ontmoeten, meneer Pieter De Vries. (Leuk u te ontmoeten, meneer Pieter De Vries.)
9. Docent: Evenzo, Lisa. Fijn dat je er bent! (Evenzo, Lisa. Fijn dat je er bent!)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Wat is de voornaam en achternaam van de docent en de student?
  2. Wat is de voornaam en achternaam van de docent en de student?
  3. Stel jezelf voor alsof je de nieuwe student bent bij coLanguage.
  4. Stel jezelf voor alsof je de nieuwe student bent bij coLanguage.
  5. Speel de docent: bedenk een naam en begroet de student.
  6. Speel de docent: bedenk een naam en begroet de student.

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Welkom, start, naam, achternaam, voornaam

1.
Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn ... is Janssens.
(Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens.)
2.
Wat leuk! Mag ik jouw ... vragen?
(Wat leuk! Mag ik jouw naam vragen?)
3.
Goedemiddag! ... bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam!
(Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam!)
4.
Mijn ... is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries.
(Mijn voornaam is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries.)
5.
Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik ... vandaag met Nederlands.
(Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik start vandaag met Nederlands.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
1
1 Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam!
(Goedemiddag! Welkom bij de les. Ik ben meneer De Vries, je docent Nederlands vandaag. Aangenaam!)
3
... Wat leuk! Mag ik jouw naam vragen?
(Wat leuk! Mag ik jouw naam vragen?)
6
... Ja, klopt! En wat is uw voornaam, meneer?
(Ja, klopt! En wat is uw voornaam, meneer?)
9
9 Evenzo, Lisa. Fijn dat je er bent!
(Evenzo, Lisa. Fijn dat je er bent!)
4
... Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens.
(Natuurlijk. Ik heet Lisa. Mijn voornaam is Lisa en mijn achternaam is Janssens.)
7
... Mijn voornaam is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries.
(Mijn voornaam is Pieter. Dus ik heet Pieter De Vries.)
8
... Leuk u te ontmoeten, meneer Pieter De Vries.
(Leuk u te ontmoeten, meneer Pieter De Vries.)
5
... Aangenaam, Lisa Janssens. Mooie naam! En jij bent dus de nieuwe student bij ons?
(Aangenaam, Lisa Janssens. Mooie naam! En jij bent dus de nieuwe student bij ons?)
2
... Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik start vandaag met Nederlands.
(Goedemiddag, meneer. Aangenaam. Ik start vandaag met Nederlands.)