Nederlands A1.13.1 Weekorganisatie Delen Gekopieerd!
Een vader en zijn dochter bespreken het weekschema en het transport voor de week.
Dialoog: Weekorganisatie
Een vader en zijn dochter bespreken het weekschema en het transport voor de week.
A1 Nederlands
Niveau: A1
Module 2: Van uren tot seizoenen (Van uren tot seizoenen)
Les 13: Hoe laat is het? De klok lezen. (Hoe laat is het? De klok lezen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
Gesprek
1. | Papa: | Hoe laat is de bus naar school? | (Hoe laat is de bus naar school?) |
2. | Emma: | De bus vertrekt om vijf voor acht ’s ochtends. Dat kom ik te laat aan op school. | (De bus vertrekt om vijf voor acht ’s ochtends. Dat kom ik te laat aan op school.) |
3. | Papa: | Hoe laat begint jouw school op maandag? | (Hoe laat begint jouw school op maandag?) |
4. | Emma: | De lessen beginnen om kwart over acht. En jij? Hoe laat begin jij te werken? | (De lessen beginnen om kwart over acht. En jij? Hoe laat begin jij te werken?) |
5. | Papa: | Ik werk op dinsdag altijd om half negen, de maandag start ik om half acht. | (Ik werk op dinsdag altijd om half negen, de maandag start ik om half acht.) |
6. | Emma: | Oei, dat is wel heel vroeg! | (Oei, dat is wel heel vroeg!) |
7. | Papa: | Wil je meerijden met de auto? Dan ben je er al om kwart voor acht. | (Wil je meerijden met de auto? Dan ben je er al om kwart voor acht.) |
8. | Emma: | Ja graag! De school is open vanaf kwart over zeven. | (Ja graag! De school is open vanaf kwart over zeven.) |
9. | Papa: | Ok! En hoelaat is de school uit op woensdag? | (Ok! En hoelaat is de school uit op woensdag?) |
10. | Emma: | Woensdag stop de school al om twaalf uur en hebben we de namiddag vrij. | (Woensdag stop de school al om twaalf uur en hebben we de namiddag vrij.) |
11. | Papa: | Ok! Dan pik ik je op, en eten we om half één. In de namiddag werk ik weer vanaf twee uur. | (Ok! Dan pik ik je op, en eten we om half één. In de namiddag werk ik weer vanaf twee uur.) |
12. | Emma: | Goed voor mij. Hoe laat is het nu? | (Goed voor mij. Hoe laat is het nu?) |
13. | Papa: | Het is al half zes, bijna avond! Snel naar de winkel voor die sluit. | (Het is al half zes, bijna avond! Snel naar de winkel voor die sluit.) |