Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (20) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Hoe laat is het op de foto's? (Hoe laat is het op de foto's?)
- Hoe laat is het op dit moment? (Hoe laat is het nu?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Het is één uur.
Het is één uur.
2
Aankomen
Aankomen
3
Het uur
Het uur
4
Het moment
Het moment
5
Hoe laat is het?
Hoe laat is het?
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden om de tijd uit te drukken of woorden die momenten van de dag aangeven.
Woorden om de tijd uit te drukken
Momenten van de dag
Oefening 7: Hoe zeg je de tijd?
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Hoe zeg je de tijd?
Toon vertaling Toon antwoordenhalf drie, vijf voor twaalf, kwart voor vijf, tien over twee, vier uur, tien voor vier, half acht
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Vertrekken vertrekken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) vertrek | (ik) vertrek |
(jij) vertrekt/je vertrekt | (jij) vertrekt/je vertrekt |
(hij/zij/het) vertrekt | (hij/zij/het) vertrekt |
(wij) vertrekken | (wij) vertrekken |
(jullie) vertrekken | (jullie) vertrekken |
(zij) vertrekken | (zij) vertrekken |
Aankomen aankomen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) kom aan | (ik) kom aan |
(jij) komt aan/kom aan | (jij) komt aan/kom aan |
(hij/zij/het) komt aan | (hij/zij/het) komt aan |
(wij) komen aan | (wij) komen aan |
(jullie) komen aan | (jullie) komen aan |
(zij) komen aan | (zij) komen aan |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.