Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je onpersoonlijke werkwoorden in het Nederlands correct gebruikt. Deze les legt uit dat onpersoonlijke werkwoorden altijd 'het' als onderwerp hebben, met voorbeelden zoals 'het regent' en 'het wordt lente'. Ideaal voor beginners om weer, tijd en algemene uitdrukkingen beter te begrijpen en toe te passen.
  1. Onpersoonlijke werkwoorden gebruiken altijd 'het' als onderwerp.
  2. Veel onpersoonlijke werkwoorden beschrijven het weer, zoals 'het regent'.
Werkwoord (Werkwoord)Voorbeeld (Voorbeeld)
Het regent (Het regent)Het regent de hele dag. (Het regent de hele dag.)
Het sneeuwt (Het sneeuwt)Het sneeuwt in de winter. (Het sneeuwt in de winter.)
Het onweert (Het onweert)Het onweert vannacht. (Het onweert vannacht.)
Het waait (Het waait)Het waait hard buiten. (Het waait hard buiten.)
Het wordt lente (Het wordt lente)Het wordt warmer in maart. (Het wordt warmer in maart.)
Het is twaalf uur (Het is twaalf uur)Het is nu twaalf uur. (Het is nu twaalf uur.)
Het blijft regenen (Het blijft regenen)Het blijft de hele week regenen. (Het blijft de hele week regenen.)
Het vriest (Het vriest)Het vriest in januari. (Het vriest in januari.)
Het hagelt (Het hagelt)Het hagelt soms in april. (Het hagelt soms in april.)

Uitzonderingen!

  1. Sommige werkwoorden kunnen zowel persoonlijk als onpersoonlijk gebruikt worden.

Oefening 1: Onpersoonlijke werkwoorden

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Het regent, Het vriest, Het wordt, Het hagelt, Het onweert, Het blijft, Het sneeuwt, Het is

1. Blijven:
... de hele dag regenen.
(Het blijft de hele dag regenen.)
2. Vriezen:
... als de temperatuur onder nul is.
(Het vriest als de temperatuur onder nul is.)
3. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
4. Regenen:
... elke dag in de herfst.
(Het regent elke dag in de herfst.)
5. Hagelen:
... soms in de winter.
(Het hagelt soms in de winter.)
6. Onweren:
... vaak in de zomer.
(Het onweert vaak in de zomer.)
7. Worden:
... warmer in de lente.
(Het wordt warmer in de lente.)
8. Zijn:
... twaalf uur.
(Het is twaalf uur.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ regent vandaag de hele dag.


2. ___ sneeuwt meestal in januari en februari.


3. ___ waait vandaag hard buiten.


4. ___ wordt warmer in de lente.


5. ___ is nu twaalf uur.


6. ___ blijft deze week regenen.


Begrijp en Gebruik Onpersoonlijke Werkwoorden in het Nederlands

Deze les richt zich op onpersoonlijke werkwoorden, een belangrijk onderdeel van de Nederlandse grammatica op A1-niveau. Onpersoonlijke werkwoorden hebben altijd het woord het als onderwerp, ongeacht het weer, tijd of algemene situaties. Dit maakt ze bijzonder, want het onderwerp verwijst niet naar een specifiek persoon.

Wat leer je in deze les?

  • Welke werkwoorden onpersoonlijk zijn, zoals het regent, het sneeuwt, en het waait.
  • Gebruik van het als vast onderwerp bij deze werkwoorden.
  • Voorbeelden van dagelijkse zinnen die het weer en tijd aangeven, bijvoorbeeld het wordt lente en het is twaalf uur.

Belangrijke kenmerken van onpersoonlijke werkwoorden

Onpersoonlijke werkwoorden beschrijven vaak het weer, de tijd of algemene toestanden. Bijvoorbeeld, zeg je het regent om aan te geven dat het buiten nat is. Soms kunnen werkwoorden ook persoonlijk of onpersoonlijk worden gebruikt, afhankelijk van de context.

Voorbeeldwoorden en zinnen

  • Het regent - Het regent de hele dag.
  • Het sneeuwt - Het sneeuwt in de winter.
  • Het waait - Het waait hard buiten.
  • Het wordt lente - Het wordt warmer in maart.
  • Het is twaalf uur - Het is nu twaalf uur.

Culturele en taalkundige verschillen

In het Nederlands gebruiken we altijd het als onderwerp bij deze werkwoorden, terwijl in andere talen soms een persoonlijker onderwerp gebruikt wordt. Bijvoorbeeld, waar in het Engels vaak "it" wordt gebruikt, is dat in het Nederlands een lidwoord dat letterlijk "het" betekent en altijd onderdeel is van deze onpersoonlijke constructie.

Handige woorden en zinnen die je kunt onthouden zijn:
het regent, het sneeuwt, het waait, het wordt, en het is. Deze vormen helpen je dagelijkse situaties zoals weer en tijd te beschrijven op een natuurlijke en correcte manier.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

donderdag, 29/05/2025 16:32