Onpersoonlijke werkwoorden Delen Gekopieerd!
Onpersoonlijke werkwoorden hebben altijd 'het' als onderwerp, vaak gebruikt bij weer, tijd en algemene uitspraken.
Grammatica: Onpersoonlijke werkwoorden
A1 Nederlands onpersoonlijke vorm "er is"
Niveau: A1
Module 2: Van uren tot seizoenen (Van uren tot seizoenen)
Les 10: Het weer (Het weer)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Onpersoonlijke werkwoorden gebruiken altijd 'het' als onderwerp.
- Veel onpersoonlijke werkwoorden beschrijven het weer, zoals 'het regent'.
Werkwoord (Werkwoord) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|
Het regent (Het regent) | Het regent de hele dag. (Het regent de hele dag.) |
Het sneeuwt (Het sneeuwt) | Het sneeuwt in de winter. (Het sneeuwt in de winter.) |
Het onweert (Het onweert) | Het onweert vannacht. (Het onweert vannacht.) |
Het waait (Het waait) | Het waait hard buiten. (Het waait hard buiten.) |
Het wordt lente (Het wordt lente) | Het wordt warmer in maart. (Het wordt warmer in maart.) |
Het is twaalf uur (Het is twaalf uur) | Het is nu twaalf uur. (Het is nu twaalf uur.) |
Het blijft regenen (Het blijft regenen) | Het blijft de hele week regenen. (Het blijft de hele week regenen.) |
Het vriest (Het vriest) | Het vriest in januari. (Het vriest in januari.) |
Het hagelt (Het hagelt) | Het hagelt soms in april. (Het hagelt soms in april.) |
Uitzonderingen!
- Sommige werkwoorden kunnen zowel persoonlijk als onpersoonlijk gebruikt worden.
Oefening 1: Onpersoonlijke werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Het regent, Het vriest, Het wordt, Het hagelt, Het onweert, Het blijft, Het sneeuwt, Het is
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
hagelt
Het hagelt
2
is
Het is
3
regent
Het regent
4
blijft
Het blijft