Leer hoe je onpersoonlijke werkwoorden in het Nederlands correct gebruikt. Deze les legt uit dat onpersoonlijke werkwoorden altijd 'het' als onderwerp hebben, met voorbeelden zoals 'het regent' en 'het wordt lente'. Ideaal voor beginners om weer, tijd en algemene uitdrukkingen beter te begrijpen en toe te passen.
- Onpersoonlijke werkwoorden gebruiken altijd 'het' als onderwerp.
- Veel onpersoonlijke werkwoorden beschrijven het weer, zoals 'het regent'.
Werkwoord (Werkwoord) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|
Het regent (Het regent) | Het regent de hele dag. (Het regent de hele dag.) |
Het sneeuwt (Het sneeuwt) | Het sneeuwt in de winter. (Het sneeuwt in de winter.) |
Het onweert (Het onweert) | Het onweert vannacht. (Het onweert vannacht.) |
Het waait (Het waait) | Het waait hard buiten. (Het waait hard buiten.) |
Het wordt lente (Het wordt lente) | Het wordt warmer in maart. (Het wordt warmer in maart.) |
Het is twaalf uur (Het is twaalf uur) | Het is nu twaalf uur. (Het is nu twaalf uur.) |
Het blijft regenen (Het blijft regenen) | Het blijft de hele week regenen. (Het blijft de hele week regenen.) |
Het vriest (Het vriest) | Het vriest in januari. (Het vriest in januari.) |
Het hagelt (Het hagelt) | Het hagelt soms in april. (Het hagelt soms in april.) |
Uitzonderingen!
- Sommige werkwoorden kunnen zowel persoonlijk als onpersoonlijk gebruikt worden.
Oefening 1: Onpersoonlijke werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Het regent, Het vriest, Het wordt, Het hagelt, Het onweert, Het blijft, Het sneeuwt, Het is
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. ___ regent vandaag de hele dag.
2. ___ sneeuwt meestal in januari en februari.
3. ___ waait vandaag hard buiten.
4. ___ wordt warmer in de lente.
5. ___ is nu twaalf uur.
6. ___ blijft deze week regenen.