10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Wil je eindelijk Nederlands spreken? Boek een les met een van onze docenten!

Schrijf je nu in!

Woordenschat (17)

 Koud: Koud (Nederlands)

's Morgens is het vaak koud.

Show

's Morgens is het vaak koud. Show

Koud

Show

Koud Show

 Warm: Warm (Nederlands)

Vandaag is het warm in Nederland.

Show

Vandaag is het warm in Nederland. Show

Warm

Show

Warm Show

 Het weer: Het weer (Nederlands)

Vandaag is het weer zonnig en warm.

Show

Vandaag is het weer zonnig en warm. Show

Het weer

Show

Het weer Show

 De wind: De wind (Nederlands)

Vandaag is de wind fris in Nederland.

Show

Vandaag is de wind fris in Nederland. Show

De wind

Show

De wind Show

 De storm: De storm (Nederlands)

De storm komt morgen in Nederland.

Show

De storm komt morgen in Nederland. Show

De storm

Show

De storm Show

 De wolk: De wolk (Nederlands)

De wolk is wit en groot vandaag.

Show

De wolk is wit en groot vandaag. Show

De wolk

Show

De wolk Show

 De mist: De mist (Nederlands)

De mist is dik op zondagmorgen.

Show

De mist is dik op zondagmorgen. Show

De mist

Show

De mist Show

 De temperatuur: De temperatuur (Nederlands)

's Morgens is de temperatuur fris.

Show

's Morgens is de temperatuur fris. Show

De temperatuur

Show

De temperatuur Show

 Het klimaat: Het klimaat (Nederlands)

Vandaag is het klimaat zonnig en warm.

Show

Vandaag is het klimaat zonnig en warm. Show

Het klimaat

Show

Het klimaat Show

 Droog: Droog (Nederlands)

Het weer is droog vandaag.

Show

Het weer is droog vandaag. Show

Droog

Show

Droog Show

 Fris: Fris (Nederlands)

's Morgens is de lucht fris.

Show

's Morgens is de lucht fris. Show

Fris

Show

Fris Show

 De zon: De zon (Nederlands)

Vandaag schijnt de zon.

Show

Vandaag schijnt de zon. Show

De zon

Show

De zon Show

 De sneeuw: De sneeuw (Nederlands)

De sneeuw is fris in de ochtend.

Show

De sneeuw is fris in de ochtend. Show

De sneeuw

Show

De sneeuw Show

 Zonnig: Zonnig (Nederlands)

's Middags is het zonnig in Spanje.

Show

's Middags is het zonnig in Spanje. Show

Zonnig

Show

Zonnig Show

 De regen: De regen (Nederlands)

De regen valt vandaag.

Show

De regen valt vandaag. Show

De regen

Show

De regen Show

 Regenen (regenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij regent 's avonds in Nederland.

Show

Hij regent 's avonds in Nederland. Show

Regenen

Show

Regenen Show

 Voelen (voelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ik voel de wind vandaag.

Show

Ik voel de wind vandaag. Show

Voelen

Show

Voelen Show

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Gespreksoefening

  1. Beschrijf wat voor weer het is op de foto. Gebruik zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden om het weer te beschrijven. (Beschrijf het weer op de foto. Gebruik zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden om het weer te beschrijven.)
  2. Vertel wat voor weer het momenteel is in jouw stad. (Vertel wat voor weer het nu is in jouw stad.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Het regent.

Het regent.

Het waait.

Het waait.

Het is zonnig.

Het is zonnig.

Het is erg heet.

Het is erg heet.

Hoe is het weer vandaag?

Hoe is het weer vandaag?

Vandaag is het zonnig en een beetje winderig.

Vandaag is het zonnig en een beetje winderig.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
vandaag. | is wit | en groot | De wolk
De wolk is wit en groot vandaag.
(De wolk is wit en groot vandaag.)
2.
Nederland. | de wind | fris in | Vandaag is
Vandaag is de wind fris in Nederland.
(Vandaag is de wind fris in Nederland.)
3.
temperatuur | fris. | Morgens | s | de | is
's Morgens is de temperatuur fris.
('s Morgens is de temperatuur fris.)
4.
vandaag. | Het | weer | droog | is
Het weer is droog vandaag.
(Het weer is droog vandaag.)
5.
fris. | middag zijn | en lucht | In de | de wind
In de middag zijn de wind en lucht fris.
(In de middag zijn de wind en lucht fris.)
6.
is het | Spanje. | s Middags | zonnig in
's Middags is het zonnig in Spanje.
('s Middags is het zonnig in Spanje.)
7.
lucht | fris. | Morgens | is | s | de
's Morgens is de lucht fris.
('s Morgens is de lucht fris.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Droog


Droog

2

De mist


De mist

3

Regenen


Regenen

4

De sneeuw


De sneeuw

5

Zonnig


Zonnig

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

voelt, voel, voelen

1.
Ik ... de wind vandaag.
(Ik voel de wind vandaag.)
2.
Jij ... de zon warm.
(Jij voelt de zon warm.)
3.
Hij ... de regen nu.
(Hij voelt de regen nu.)
4.
Wij ... de temperatuur fris.
(Wij voelen de temperatuur fris.)
5.
Jullie ... de storm komen.
(Jullie voelen de storm komen.)
6.
Zij ... de kou morgen.
(Zij voelen de kou morgen.)

Oefening 4: Onpersoonlijke werkwoorden

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Het regent, Het vriest, Het wordt, Het hagelt, Het onweert, Het blijft, Het sneeuwt, Het is

1. Blijven:
... de hele dag regenen.
(Het blijft de hele dag regenen.)
2. Vriezen:
... als de temperatuur onder nul is.
(Het vriest als de temperatuur onder nul is.)
3. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
4. Regenen:
... elke dag in de herfst.
(Het regent elke dag in de herfst.)
5. Hagelen:
... soms in de winter.
(Het hagelt soms in de winter.)
6. Onweren:
... vaak in de zomer.
(Het onweert vaak in de zomer.)
7. Worden:
... warmer in de lente.
(Het wordt warmer in de lente.)
8. Zijn:
... twaalf uur.
(Het is twaalf uur.)

Aanvullend leermateriaal

Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (17): Werkwoorden: 2, Bijvoeglijke naamwoorden: 5, Zelfstandige naamwoorden: 10,
Contextwoordenschat: 9

Nederlands Nederlands
De mist De mist
De regen De regen
De sneeuw De sneeuw
De storm De storm
De temperatuur De temperatuur
De wind De wind
De wolk De wolk
De zon De zon
Droog Droog
Fris Fris
Het blijft Het blijft
Het hagelt Het hagelt
Het is Het is
Het klimaat Het klimaat
Het onweert Het onweert
Het regent Het regent
Het sneeuwt Het sneeuwt
Het vriest Het vriest
Het waait Het waait
Het weer Het weer
Het wordt Het wordt
Koud Koud
Regenen Regenen
Voelen Voelen
Warm Warm
Zonnig Zonnig

Bijlage 2: Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Voelen voelen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik voel ik voel
jij voelt jij voelt
hij/zij/het voelt hij/zij/het voelt
wij voelen wij voelen
jullie voelen jullie voelen
zij voelen zij voelen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏