Onvoltooid tegenwoordige tijd: regelmatige werkwoorden Delen Gekopieerd!
De tegenwoordige tijd met regelmatige werkwoorden wordt gebruikt om te spreken over handelingen die nu plaatsvinden.
Grammatica: Onvoltooid tegenwoordige tijd: regelmatige werkwoorden
A1 Nederlands Aanwezig
Niveau: A1
Module 1: Jezelf voorstellen (Jezelf voorstellen)
Les 8: Adres en contactgegevens (Adres en contactgegevens)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De stam vind je door -en van het werkwoord te verwijderen.
Persoon & Uitgang | Werken | Maken | Antwoorden | Blijven | Reizen |
---|---|---|---|---|---|
Ik (-) | werk (werk) | maak (maak) | antwoord (antwoord) | blijf (blijf) | reis (reis) |
Jij (-t) | werkt (werkt) | maakt (maakt) | antwoordt (antwoordt) | blijft (blijft) | reist (reist) |
Hij/Zij (-t) | werkt (werkt) | maakt (maakt) | antwoordt (antwoordt) | blijft (blijft) | reist (reist) |
Wij (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Jullie (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Zij (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Uitzonderingen!
- "Maken:" Heeft het werkwoord één klinker en één medeklinker voor -en, dan verdubbelt de klinker in de eerste, tweede en derde persoon enkelvoud.
- "Blijven:"Heeft het werkwoord een -v voor -en, dan wordt in de stam de -v een -f.
- "Reizen:"Heeft het werkwoord een -z voor -en, dan wordt in de stam de -z een -s.
Oefening 1: Onvoltooid tegenwoordige tijd: regelmatige werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
antwoordt, brengt, werken, loopt, blijf, drinken, werk, wacht
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
kijkt
kijkt
2
zoekt
zoekt
3
blijf
blijf
4
maakt
maakt