Persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij,…) Delen Gekopieerd!
Persoonlijke voornaamwoorden vervangen namen en worden als onderwerp gebruikt. Voorbeelden: ik, jij, wij, zij.
Grammatica: Persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij,…)
A1 Nederlands Persoonlijke voornaamwoorden
Niveau: A1
Module 1: Jezelf voorstellen (Jezelf voorstellen)
Les 1: Groeten en afscheid (Groeten en afscheid)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Eerste persoon: 'ik' voor enkelvoud, 'wij' voor meervoud.
- Tweede persoon: 'jij' voor informeel, 'u' voor formeel.
- Derde persoon: 'hij' voor mannelijk, 'zij' voor vrouwelijk.
Persoon (Persoon) | Enkelvoud (Enkelvoud) | Meervoud (Meervoud) |
---|---|---|
1. | ik (ik) | wij (wij) / we (we) |
2. | jij / je / u (jij / je / u) | jullie (jullie) |
3. | hij / zij / ze (hij / zij / ze) | zij (zij) / ze (ze) |
3. (onzijdig) (3. (onzijdig)) | het (het) / 't |
Uitzonderingen!
- Gebruik 'je' in informele situaties in plaats van 'jij'.
- Gebruik 'u' voor beleefde of formele situaties.
- Het onzijdig voornaamwoord 'het' verwijst naar dingen of ideeën.
Oefening 1: Persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij,…)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Het, Zij, Ik, Jullie, Jij, Wij, U
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Hij
Hij
2
U
U
3
Ik
Ik
4
Jij
Jij