Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio

Tekst en vertaling

1. Elke ochtend mediteer ik in stilte. Elke ochtend mediteer ik in stilte.
2. Ik probeer rustig te worden, maar het helpt niet echt. Ik denk te veel. Ik probeer rustig te worden, maar het helpt niet echt. Ik denk te veel.
3. Na het mediteren voel ik mij nog steeds moe. Na het mediteren voel ik mij nog steeds moe.
4. Ik fiets naar mijn werk. Als ik aankom, ben ik helemaal bezweet. Ik fiets naar mijn werk. Als ik aankom, ben ik helemaal bezweet.
5. Op mijn werk zit ik veel. Mijn rug doet elke dag een beetje meer pijn. Op mijn werk zit ik veel. Mijn rug doet elke dag een beetje meer pijn.
6. Rond de middag heb ik honger en dorst, maar ik moet snel eten en dan weer verder. Rond de middag heb ik honger en dorst, maar ik moet snel eten en dan weer verder.
7. Thuis ontspan ik mij, maar mijn hoofd blijft vol. Thuis ontspan ik mij, maar mijn hoofd blijft vol.
8. Ik rust een beetje op de bank, maar ik voel mij uitgeput. Ik rust een beetje op de bank, maar ik voel mij uitgeput.
9. Ik wil niet elke dag pijn en stress. Ik wil niet elke dag pijn en stress.
10. Fit en actief voel ik mij al lang niet meer. Fit en actief voel ik mij al lang niet meer.
11. Misschien moet ik nadenken over ander werk. Misschien moet ik nadenken over ander werk.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Waarom wil de persoon veranderen van werk?
  2. Waarom wil de persoon veranderen van werk?
  3. Wat raad je aan? Blijven of veranderen?
  4. Wat raad je aan? Blijven of veranderen?
  5. Hoe is jouw werkdruk?
  6. Hoe is jouw werkdruk?
  7. Heb jij voldoende beweging en sport?
  8. Heb jij voldoende beweging en sport?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

moe, ontspan, dorst, pijn, bezweet, Fit

1.
Ik fiets naar mijn werk. Als ik aankom, ben ik helemaal ....
(Ik fiets naar mijn werk. Als ik aankom, ben ik helemaal bezweet.)
2.
Ik wil niet elke dag ... en stress.
(Ik wil niet elke dag pijn en stress.)
3.
Na het mediteren voel ik mij nog steeds ....
(Na het mediteren voel ik mij nog steeds moe.)
4.
Thuis ... ik mij, maar mijn hoofd blijft vol.
(Thuis ontspan ik mij, maar mijn hoofd blijft vol.)
5.
Rond de middag heb ik honger en ..., maar ik moet snel eten en dan weer verder.
(Rond de middag heb ik honger en dorst, maar ik moet snel eten en dan weer verder.)
6.
... en actief voel ik mij al lang niet meer.
(Fit en actief voel ik mij al lang niet meer.)