Nederlands A1.4.1 Tellen en getallen Delen Gekopieerd!
Leer optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Kort verhaal: Tellen en getallen
Leer optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

A1 Nederlands
Niveau: A1
Module 1: Jezelf voorstellen (Jezelf voorstellen)
Les 4: Cijfers en tellen (Cijfers en tellen)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
Tekst en vertaling
1. | Eén plus één is twee. | Eén plus één is twee. |
2. | Drie plus vijf is acht. | Drie plus vijf is acht. |
3. | Negen min vier is vijf. | Negen min vier is vijf. |
4. | Tien gedeeld door twee is vijf. | Tien gedeeld door twee is vijf. |
5. | Vijf keer drie is vijftien. | Vijf keer drie is vijftien. |
6. | Zeventig plus tien is tachtig. | Zeventig plus tien is tachtig. |
7. | Veertig min tien is dertig. | Veertig min tien is dertig. |
8. | Dertig gedeeld door drie is tien. | Dertig gedeeld door drie is tien. |
9. | Een honderdtal is honderd. | Een honderdtal is honderd. |
10. | Vijftig plus één is eenenvijftig. | Vijftig plus één is eenenvijftig. |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- Hoeveel is vijf keer drie?
- Hoeveel is zeventig plus tien?
- Hoeveel is tien + zes.
- Hoeveel is dertif min acht?