10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Nederlands A1.14: Kalenderdata en feestdagen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tussen, gaan, Het sneeuwt, zesentwintigste, Het waait

1. Waaien:
... hard langs de kust.
(Het waait hard langs de kust.)
2.
De winkel is gesloten ... twaalf en één uur.
(De winkel is gesloten tussen twaalf en één uur.)
3. 26:
De hoeveelste is het vandaag? Het is de ....
(De hoeveelste is het vandaag? Het is de zesentwintigste.)
4. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
5.
Volgend jaar ... we samen reizen.
(Volgend jaar gaan we samen reizen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Zondag


Zondag

2

De sneeuw


De sneeuw

3

Maart


Maart

4

Het is één uur.


Het is één uur.

5

Zaterdag


Zaterdag

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

voelen, vertrekt, gaan, herinneren, maken

1.
Jullie ... de lunch op maandag.
(Jullie maken de lunch op maandag.)
2.
Zij ... zich de zesde verjaardag.
(Zij herinneren zich de zesde verjaardag.)
3.
Zij ... de kou morgen.
(Zij voelen de kou morgen.)
4.
Hij ... altijd vroeg in de ochtend.
(Hij vertrekt altijd vroeg in de ochtend.)
5.
Wij ... in de zomer naar het strand.
(Wij gaan in de zomer naar het strand.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Het is kwart over drie in de middag op woensdag.
Het is kwart over drie in de middag op woensdag.
2. Vroege ochtenden zijn koel.
Vroege ochtenden zijn koel.
3. 's Zaterdags vier ik een feestje.
's Zaterdags vier ik een feestje.
4. 's Middags is het zonnig in Spanje.
's Middags is het zonnig in Spanje.
5. Vandaag is de wind fris in Nederland.
Vandaag is de wind fris in Nederland.