10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Nederlands A1.2: Je naam zeggen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-overzicht van les 1

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Zij, Ik, Wij, U, Het

1.
... gaan naar de markt.
(Wij gaan naar de markt.)
2.
... is tijd om te gaan.
(Het is tijd om te gaan.)
3.
... bent meneer Jansen, toch?
(U bent meneer Jansen, toch?)
4.
... woon in Amsterdam.
(Ik woon in Amsterdam.)
5.
... woont in Rotterdam.
(Zij woont in Rotterdam.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Zijn


Zijn

2

Tot ziens


Tot ziens

3

Goedemorgen


Goedemorgen

4

Hebben


Hebben

5

Tot morgen


Tot morgen

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

zijn, ben, heeft, heb

1.
Goedemorgen, ik ... jouw naam vergeten.
(Goedemorgen, ik heb jouw naam vergeten.)
2.
Wij ... klaar, tot straks.
(Wij zijn klaar, tot straks.)
3.
Hij ... een belangrijk bericht.
(Hij heeft een belangrijk bericht.)
4.
Ik ... blij je te zien, goedemiddag!
(Ik ben blij je te zien, goedemiddag!)
5.
Jullie ... altijd welkom, tot morgen.
(Jullie zijn altijd welkom, tot morgen.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Aangenaam kennis te maken!
Aangenaam kennis te maken!
2. Goedemorgen, hoe gaat het?
Goedemorgen, hoe gaat het?
3. Goedemiddag, hoe gaat het met je?
Goedemiddag, hoe gaat het met je?
4. Tot morgen in de les Nederlands!
Tot morgen in de les Nederlands!
5. Ik ben blij je te zien, goedemiddag!
Ik ben blij je te zien, goedemiddag!