10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Nederlands A1.27: Vormen en figuren - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tussen, gaan, Het sneeuwt, zesentwintigste, Het waait

1. Waaien:
... hard langs de kust.
(Het waait hard langs de kust.)
2.
De winkel is gesloten ... twaalf en één uur.
(De winkel is gesloten tussen twaalf en één uur.)
3. 26:
De hoeveelste is het vandaag? Het is de ....
(De hoeveelste is het vandaag? Het is de zesentwintigste.)
4. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
5.
Volgend jaar ... we samen reizen.
(Volgend jaar gaan we samen reizen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Horen


Horen

2

Zenuwachtig


Zenuwachtig

3

Klein


Klein

4

Wit


Wit

5

Paars


Paars

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Het is mooi weer vandaag.
Het is mooi weer vandaag.
2. De jongen is boos en hij lacht niet.
De jongen is boos en hij lacht niet.
3. De suiker is zoet en zacht op de tong.
De suiker is zoet en zacht op de tong.
4. De muren zijn grijze.
De muren zijn grijze.
5. De brillen zijn goede voor mij.
De brillen zijn goede voor mij.