Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Waar en met wie ga je op vakantie? (Waar en met wie ga je op vakantie?)
- Welke vervoermiddel ga je gebruiken om te reizen en waarom? (Welke vervoersmiddel ga je gebruiken om te reizen en waarom?)
- Hoe lang ga je op vakantie? (Hoe lang ga je op vakantie?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ik ga naar Italië om de stad te zien en pizza te eten. Ik ga naar Italië om de stad te zien en pizza te eten. |
Ik ga kamperen met mijn familie in de bergen. Ik ga kamperen met mijn familie in de bergen. |
Ik zal met de trein reizen om van het landschap te genieten. Ik zal met de trein reizen om van het landschap te genieten. |
Ik ga met mijn vrienden omdat ik graag bij hen ben. Ik ga met mijn vrienden omdat ik graag bij hen ben. |
Ik ga met het vliegtuig reizen omdat het snel en comfortabel is. Ik ga met het vliegtuig reizen omdat het snel en comfortabel is. |
Ik ga drie weken in Spanje zijn. Ik ga drie weken in Spanje zijn. |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Op vakantie gaan
Op vakantie gaan
2
De toerist
De toerist
3
De reis
De reis
4
Reizen
Reizen
5
Bezoeken
Bezoeken
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
bezocht, reist, heeft, heb, hebben, reizen
Oefening 5: Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het'
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het'
Toon vertaling Toon antwoordenlaat, te, om te, aan het, laten
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.1.1 Grammatica
Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het'
Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het'
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Bezoeken bezoeken Delen Gekopieerd!
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb bezocht | ik heb bezocht |
jij hebt bezocht | jij hebt bezocht |
hij/zij/het heeft bezocht | hij/zij/het heeft bezocht |
wij hebben bezocht | wij hebben bezocht |
jullie hebben bezocht | jullie hebben bezocht |
zij hebben bezocht | zij hebben bezocht |
Reizen reizen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik reis | ik reis |
jij reist | jij reist |
hij/zij/het reist | hij/zij/het reist |
wij reizen | wij reizen |
jullie reizen | jullie reizen |
zij reizen | zij reizen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.