Heten (heten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van heten (heten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Heten (Heten) |
geheten (geheten) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heet |
ik heet |
jij heet |
jij heet |
hij/zij/het heet |
hij/zij/het heet |
wij heten |
wij heten |
jullie heten |
jullie heten |
zij heten |
zij heten |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heette |
ik heette |
jij heette |
jij heette |
hij/zij/het heette |
hij/zij/het heette |
wij heetten |
wij heetten |
jullie heetten |
jullie heetten |
zij heetten |
zij heetten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geheten |
ik heb geheten |
jij hebt geheten |
jij hebt geheten |
hij/zij/het heeft geheten |
hij/zij/het heeft geheten |
wij hebben geheten |
wij hebben geheten |
jullie hebben geheten |
jullie hebben geheten |
zij hebben geheten |
zij hebben geheten |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geheten |
ik heb geheten |
jij hebt geheten |
jij hebt geheten |
hij/zij/het heeft geheten |
hij/zij/het heeft geheten |
wij hebben geheten |
wij hebben geheten |
jullie hebben geheten |
jullie hebben geheten |
zij hebben geheten |
zij hebben geheten |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal geheten hebben |
ik zal geheten hebben |
jij zult/zal geheten hebben |
jij zult/zal geheten hebben |
hij/zij/het zal geheten hebben |
hij/zij/het zal geheten hebben |
wij zullen geheten hebben |
wij zullen geheten hebben |
jullie zullen geheten hebben |
jullie zullen geheten hebben |
zij zullen geheten hebben |
zij zullen geheten hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal geheten hebben |
ik zal geheten hebben |
jij zal/zult geheten hebben |
jij zal/zult geheten hebben |
hij/zij/het zal geheten hebben |
hij/zij/het zal geheten hebben |
wij zullen geheten hebben |
wij zullen geheten hebben |
jullie zullen geheten hebben |
jullie zullen geheten hebben |
zij zullen geheten hebben |
zij zullen geheten hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou heten |
ik zou heten |
jij zou heten |
jij zou heten |
hij/zij/het zou heten |
hij/zij/het zou heten |
wij zouden heten |
wij zouden heten |
jullie zouden heten |
jullie zouden heten |
zij zouden heten |
zij zouden heten |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou geheten hebben |
ik zou geheten hebben |
jij zou geheten hebben |
jij zou geheten hebben |
hij/zij/het zou geheten hebben |
hij/zij/het zou geheten hebben |
wij zouden geheten hebben |
wij zouden geheten hebben |
jullie zouden geheten hebben |
jullie zouden geheten hebben |
zij zouden geheten hebben |
zij zouden geheten hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Heet! |
Heet! |
|