Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Heb je ooit een dieet gevolgd of doe je dat nu? (Ben je ooit op dieet geweest of ben je dat nu?)
- Kijk je meestal naar de ingrediëntenlijst wanneer je voedsel in de supermarkt koopt? (Kijk je meestal naar de ingrediëntenlijst als je voedsel koopt in de supermarkt?)
- Zou je je eetgewoonten als gezond of juist ongezond beschrijven? (Zou je jouw eetgewoonten als gezond of eerder ongezond beschrijven?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ik heb nog nooit eerder dieet gevolgd. Hoewel ik vegetariër ben, dus ik eet geen vlees. |
Ik heb in het verleden enkele diëten geprobeerd, maar ik vond het niet leuk. Ik probeer nu actiever te zijn. |
Ik kijk altijd naar de ingrediënten. Ik controleer de suiker en het zout in het eten. |
Ik eet meestal erg gezond, maar soms neem ik wat chocolade. |
Ik heb een goede balans tussen ongezond en gezond eten. |
Ik eet behoorlijk ongezond. Ik ga binnenkort op dieet. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 4: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de categorie waar ze het beste bij passen: gezonde voeding of sport en beweging.
Gezonde voeding
Sport en beweging
Oefening 5: Betrekkelijke voornaamwoorden (die, dat, wat, wie)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Betrekkelijke voornaamwoorden (die, dat, wat, wie)
Toon vertaling Toon antwoordenWie, wat, die, dat
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.25.1 Grammatica
Betrekkelijke voornaamwoorden (die, dat, wat, wie)
Betrekkelijke voornaamwoorden (die, dat, wat, wie)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Sporten sporten Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) sportte | (ik) sportte |
(jij) sportte/sporttest | (jij) sportte/sporttest |
(hij/zij/het) sportte | (hij/zij/het) sportte |
(wij) sportten | (wij) sportten |
(jullie) sportten | (jullie) sportten |
(zij) sportten | (zij) sportten |
Wegen wegen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) woog | (ik) woog |
(jij) woog/woogde | (jij) woog/woogde |
(hij/zij/het) woog | (hij/zij/het) woog |
(wij) wogen | (wij) wogen |
(jullie) wogen | (jullie) wogen |
(zij) wogen | (zij) wogen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.